Reportret

Galerij van gereconstrueerde portretten


Gemaakt: 2005
Gepubliceerd: 2005
Gewijzigd: 2006


Het gereconstrueerde portret van Willibrord

Willibrord

Na het grootste deel van zijn jongere jaren te hebben doorgebracht in kloosters in Northumbrië en Ierland, in Ripon en Rath Melsigi om precies te zijn, besloot Willibrord (*658–†739 gt) naar het Europese vasteland over te steken als zendeling. Hier hielden de meeste van de noordelijke Germaanse volken nog altijd vast aan hun inheemse religies. Voor Willibrord — zoals voor vele Ierse en Angelsaksische geestelijken in die tijd — was dit dus de juiste bestemming van een peregrinatio (= ‘reis’ om God te dienen), op een missie die ‘ongelovigen’ tot het christendom te bekeren. Willibrord en zijn metgezellen meerden aan bij de monding van de Rijn en belandden in Utrecht — het voormalige Romeinse castellumTrajectum’. Met steun van de heersende Frankische hofmeier was Willibrord redelijk succesvol in het bekeren van de Friezen, maar alleen tijdelijk en sterk afhankelijk van de daadwerkelijke macht van de Franken over hen. Zijn werkveld strekte zich uit van Walcheren tot aan Denemarken. Twee keer ging Willibrord naar Rome, waar de paus hem wijdde tot aartsbisschop van Utrecht. Van Frankische edelen verwierf hij verschillende domeinen in de Lage Landen, waar hij kerken en kloosters liet bouwen. In één van deze, een abdij te Echternach in het huidige Luxemburg, op veilige afstand van Friesland, stierf Willibrord.

Hoe moeten we ons het uiterlijk van Willibrord voorstellen? Willibrord was in eerste instantie en vooral een monnik. Daarom moet zijn uiterlijk erg bescheiden zijn geweest. Hoewel hij tot aartsbisschop werd gewijd, waren dit niet de tijden van weelderige kleding. Behalve op zeer speciale gelegenheden, droeg hij waarschijnlijk nooit het pallium (een lange, smalle ereband dat op de schouders gedragen moest worden) dat hij van de paus ontving. Geschiedschrijver, tijdgenoot, en mede-Northumbriër Beda zegt niets over Willibrords uiterlijk. Alcuin, een andere Northumbriër en hoveling van Karel de Grote, deelt mee dat Willibrord van gemiddelde lengte was en dat alleen zijn daden, zijn houding, en zijn geest hem onderscheidden: een zeer gemiddeld uitziende monnik, zeg maar. Het was in feite Willibrord zelf die een voorstelling van zo'n monnik met zich meebracht. Zijn eigen evangelieboek — het nu zogenaamde Echternach-Evangeliarium — bevat een beeld van de mens (“imago hominis”), als een symbool van Mattheüs. Het is een afbeelding van een bloodvoetse monnik met een tonsuur, een stoppelbaard, en blond, wellicht gekruld haar. Dit zou heel goed een weergave kunnen zijn van hoe Willibrord eruitzag.

Welke stijl was algemeen gangbaar in de tijd van Willibrord? Het Echternach-Evangeliarium biedt niet alleen een idee van het mogelijke uiterlijk van Willibrord; het past ook in een hele reeks van ‘insulaire’ handschriften — verluchte handschriften van zowel Ierse als Angelsaksische afkomst. Samen vormen ze bijzondere voorbeelden van een contemporaine, hoogst decoratieve stijl. Zeer ingewikkeld vlechtwerk, spiralen, ‘rubricatie’ (patronen van rode punten), alle soorten lijnen (van recht tot krom, van stijf tot vluchtig, van fijn tot zwaar aangezet), en kleurrijk versierde beginletters zijn de hoofdkenmerken ervan. Dieren en mensen werden meestal afgebeeld met gestileerde of zelfs abstracte vormen. Perspectief en diepte werden helemaal weggelaten. Kleuren werden vaak transparant aangebracht en altijd zwart omlijnd. Oranje, geel, en paars komen, over het geheel gezien, vaak terug.

De volgende details zijn in het gereconstrueerde portret opgenomen. Willibrord is uitgebeeld als missionaris, niet zozeer als bisschop. Daarom is het pallium niet weergegeven. De afbeelding werd geïnspireerd door het beeld van de mens. Het symmetrische ontwerp en de meeste decoraties werden ervan overgenomen, inclusief de druppel-achtige vormen waar het lichaam uit bestaat. Anders dan het origineel, bevat de reconstructie echter een gesloten bijbel, omdat Willibrord niet voor de inhoud, maar alleen voor de verbreiding ervan verantwoordelijk was. Het is een subtiel verschil. Enkele versieringen werden afgeleid van miniaturen in de andere ‘insulaire’ handschriften.


Heeft u een voorstel of opmerking naar aanleiding van deze reconstructie? Elk commentaar is zeer welkom.


Bronnen

  • Beda (‘Baeda’ in het Oudengels, ook bekend als ‘Beda Venerabilis’) over Willibrord in zijn Historia Ecclesiastica Gentis Anglorum, boek V, hoofdstukken X & XI (Jarrow ca. 731 gt). Toen Beda deze passages schreef, was Willibrord nog in leven.
  • Alcuin (‘Ealhwine’ in het Oudengels), Vita Sancti Willibrordi (Tours ca. 796 gt). Alcuin schreef de levensbeschrijving in opdracht van de abt van het klooster in Echternach.
  • Beeld van de mens, als een symbool van Mattheüs, in het Echternach-Evangeliarium (of ‘Willibrord-Evangeliarium’), France: Paris: Bibliothèque Nationale de France, Ms. Lat. 9389 fol. 18v (Lindisfarne ca. 690 gt). De tekst aan beide zijden van de menselijke figuur luidt: “Imago homin[i]s”.
  • De ‘insulaire’ handschriften omvatten, onder andere:
    • Durham-Evangeliarium, Great Britain: Durham: Durham Cathedral Library, Ms. A.II.17 (Lindisfarne ca. 650 gt).
    • Evangeliarium van Durrow, Ireland (Éire): Dublin (Baile Átha Cliath): Trinity College Library (Leabharlann Coláiste na Tríonóide), Ms. A.IV.5 (Durrow 650–690 gt).
    • Eadfrith, Lindisfarne-Evangeliarium, Great Britain: London: The British Library, Cotton Ms. Nero D IV (Lindisfarne 710–721 gt). Het Lindisfarne-Evangeliarium bevat zeer complexe miniaturen en het is één van de beter bekende ‘insulaire’ handschriften.
    • Evangeliarium van Kells, Ireland (Éire): Dublin (Baile Átha Cliath): Trinity College Library (Leabharlann Coláiste na Tríonóide), Ms. A.I.6 (ca. 800 gt). Het Evangeliarium van Kells is waarschijnlijk het meest beroemde ‘insulaire’ handschrift. De decoraties zijn de meest complexe en verfijnde.

Actieve bestanddelen: xhtml, css, kiss, metadata, ©