Reportret

Galerij van gereconstrueerde portretten


Gemaakt: 2008
Gepubliceerd: 2008


Het gereconstrueerde portret van Hannibal

Hannibal

De regering van het Fenicische Carthago (Qart Hadasht = ‘Nieuwe Stad’, tegenwoordig Qartaj in Tunesië) had al geruime tijd veel van de Noordafrikaanse kustlijn, de meeste eilanden in de westelijke Middellandse Zee, en delen van het Iberische Schiereiland beheerst. Haar belangen botsten echter steeds meer met de zich uitbreidende aanspraken van de Romeinen en een eerste oorlog met Rome was al uitgevochten. Daardoor waren Sicilië, Sardinië, en Corsica aan de Romeinen verloren. Hannibal (*247–†182 vgt, Hani Ba'al = ‘Favoriet van de Heer’ in zijn eigen taal, bijgenaamd Barqa = ‘Bliksem’, naar zijn vader) werd in 221 vgt benoemd tot bevelhebber van het Fenicische leger. Zijn gevechtshandelingen op het Iberische Schiereiland verleidden de Romeinen uiteindelijk tot een tweede oorlog. In plaats van wéér een oorlog op zee te voeren, verraste Hannibal zijn vijanden door ze in de rug aan te vallen: met een gedurfde mars langs de Pyreneeën, door Gallië, over de Alpen, en in het Italiaanse Schiereiland. Hannibal bleek een groot strateeg te zijn. Hij en zijn leger bleven meer dan een decennium op het Italiaanse Schiereiland, zonder een enkele slag te verliezen. De Feniciërs verloren niettemin de oorlog, doordat de Romeinen zelf naar Afrika overstaken en Hannibal de beslissende slag in de buurt van Carthago verloor. Nadat de vrede was gesloten, werd Hannibal een staatsman. Eerst werd hij tot suffet (= ‘rechter’) te Carthago gekozen; later ging hij — omdat de Romeinen om zijn uitlevering bleven vragen — in ballingschap en werd hij een militair adviseur van meerdere koningen in Syrië en Anatolië. Hannibal maakte ten slotte zelf een einde aan z'n leven uit angst toch nog gevangen genomen te worden. Hoewel olifanten destijds normale oorlogsinstrumenten waren, wordt Hannibal vooral herinnerd als degene die deze dieren met zijn leger over de Alpen voerde. De Romeinen zouden elkaar nog eeuwen bang maken met het verhaal van Hannibal. Tot op de dag van vandaag kan de frase “Hannibal ad portas!” worden gehoord als er een ramp nadert.

Hoe moeten we ons het uiterlijk van Hannibal voorstellen? De geschreven — Romeinse en Griekse — bronnen kunnen deze vraag niet beantwoorden. Als schrijver uit dezelfde tijd had Quintus Fabius Pictor kunnen weten hoe Hannibal eruit zag, maar hij heeft er niets over geschreven, of zijn verslag is nu verloren gegaan, zoals het grootste deel van zijn werk. Ook Polybios vermeldt in het bewaard gebleven deel van zijn werken niets over het uiterlijk van Hannibal. Titus Livius schreef meer dan een eeuw later over Hannibal en hij had nog toegang tot alle geschriften van beide schrijvers en mogelijk die van ooggetuigen, maar hij had over de verschijning van Hannibal geen informatie gelezen, of misschien interesseerde het onderwerp hem niet. Hannibal leek in ieder geval niet op het Romeinse borstbeeld dat hem volgens een bestaande opvatting zou moeten voorstellen. Dit borstbeeld ziet er erg Romeins uit en is waarschijnlijk vele eeuwen te laat gemaakt. Zelfs de Fenicische munten die tijdens zijn leven zijn geslagen, bieden geen informatie over Hannibal's trekken. Deze dragen hoogstwaarschijnlijk niet zijn beeltenis, maar eerder dat van goden. Het is desalniettemin duidelijk dat Hannibal's verschijning aansloot bij zijn ambt. Meerdere Assyrische reliëfs bevatten afbeeldingen van vergelijkbare hoogwaardigheidsbekleders en geven een indruk van de mogelijke kleding van Hannibal. De Fenicische en Assyrische culturen leken erg op elkaar — de eerste stamde uit het huidige Libanon in een tijd waarin de tweede een grotere aangrenzende regio domineerde — en omdat afbeeldingen van Fenicische waardigheidsbekleders ons niet bekend zijn, mogen deze reliëfs worden gezien als het beste alternatief. Deze waardigheidsbekleders droegen gewoonlijk een gewaad tot op de enkels met franje aan de zoom en korte, strakke mouwen. Daarbij droegen zij sandalen, versieringen aan de bovenarmen en polsen, en een lange doek, die van rond het middel naar één van de schouders werd gedrapeerd en die bestond uit draden aan een versierde, smalle band. Onder dit doek werd op de één of andere manier een zwaard gestopt. De hoofden laten vaak een snor, een baard met pijpenkrullen, gekruld haar tot in de nek, een haarband, en kunstige oorsieraden zien. Echt Fenicische hoofdvormige hangers stemmen met deze laatste beschrijving overeen, op de haarband na.

Welke stijl was algemeen gangbaar in de tijd van Hannibal? De beeldcultuur langs de zuidelijke en oostelijke kusten van de Middellandse Zee was zeer beïnvloed door de stijlkenmerken van de Oud-Egyptische kunst. De Fenicische beeldcultuur vormde daarop geen uitzondering. Deze ‘Egyptische stijl’ is in schilderingen te herkennen aan de afwezigheid van diepte of perspectief en de schematische, formele manier waarop het menselijk lichaam werd afgebeeld: het hoofd, het middel, de benen, en de voeten in zijaanzicht; het oog en de schouders in vooraanzicht. Details en verhoudingen werden echter meestal realistisch weergegeven. De schilderingen zijn vaak erg kleurig en ze bestaan uit heldere, dunne lijnen en effen kleurvlakken zonder schakeringen — soms gestileerd, soms schetsmatig. Er bestaat een overvloedige hoeveelheid van deze schilderingen in de ‘Egyptische stijl’, maar een pagina uit het zogenaamde Dodenboek van Hunefer is daar een geweldig voorbeeld van.

De volgende details zijn in het gereconstrueerde portret opgenomen. Hannibal wordt voorgesteld conform de eerder genoemde ‘Egyptische stijl’, gekleed als de waardigheidsbekleders op de Assyrische reliëfs. Aangezien deze reliëfs zelf elke kleur missen, moest de inspiratie voor de kleuren van zijn kleding ergens anders worden gevonden. Een Egyptische tegel met de voorstelling van een Assyrische gevangene, wiens outfit wit met purper is, bleek erg geschikt voor dit doel. Het gebruik van purper is in feite heel toepasselijk, omdat de Feniciërs beroemd waren om de productie en verkoop van purpuren verfstof. Het hoofd van Hannibal werd vooral getekend naar de Fenicische hoofdvormige hangers. De olifanten symboliseren zijn leger en zijn kracht. Ze komen overeen met de oorlogsolifant die op één van de Fenicische munten is te vinden.


Heeft u een voorstel of opmerking naar aanleiding van deze reconstructie? Elk commentaar is zeer welkom.


Bronnen

  • Quintus Fabius Pictor was een geschiedschrijver en een Romeinse senator tijdens de Tweede Punische Oorlog, die hij beschreef. Alleen fragmenten van zijn werk zijn bewaard gebleven.
  • Polybios (ook bekend als ‘Polybius’), Historiai (2e eeuw vgt). De boeken I–IV van dit grootste werk van Polybios behandelen de Tweede Punische Oorlog.
  • Titus Livius, Ab Urbe Condita (1st century vgt). Het verhaal van Hannibal in deze geschiedenis van Rome komt vanaf boek XXI aan bod. Titus Livius beschrijft dat Hannibal op zijn vader leek: “(…) eundem vigorem in voltu vimque in oculis, habitum oris lineamentaque intueri.” Hij vertelt ons ook dat zijn kleding niet beter was dan die van zijn gelijken: “Vestitus nihil inter aequales excellens.” Beide feiten zijn niet erg behulpzaam.
  • Romeins borstbeeld die volgens een bestaande opvatting Hannibal zou moeten voorstellen, Italia: Napoli: Museo Archeologico Nazionale di Napoli. Het borstbeeld toont een bebaarde man met een Romeinse helm en een paludamentum — de Romeinse oorlogsmantel die door aanvoerders werd gedragen.
  • Een voorbeeld van de Fenicische munten die tijdens het leven van Hannibal zijn geslagen, Great Britain: London: The British Museum, cm 1911-7-2-1 (España ca. 230 vgt). De voorzijde van deze zilveren munt toont een beeltenis van Melqart, één van de goden van de Feniciërs, met een knuppel. De achterzijde toont een oorlogsolifant en zijn berijder.
  • Assyrische reliëfs die afbeeldingen bevatten van hoogwaardigheidsbekleders en die allemaal halverwege de 19e eeuw gt zijn opgegraven uit een paleis te Dur-Sharrukin, het huidige Khorsabad, Irak:
    • Assyrische koning Sargon II en een hoogwaardigheidsbekleder, France: Paris: Musée du Louvre, ao 19873 & 19874 (Al-Iraq 8e eeuw vgt).
    • Hoogwaardigheidsbekleder, France: Paris: Musée du Louvre, ao 19875 (Al-Iraq 8e eeuw vgt).
    • Twee waardigheidsbekleders, France: Paris: Musée du Louvre, ao 19876 (Al-Iraq 8e eeuw vgt).
  • Fenicische hoofdvormige hangers:
    • Hanger van glaspasta, in de vorm van een bebaarde man, Tunis: Qartaj: Musée National de Carthage (Tunis 4e–3e eeuw vgt). De hanger is gevonden op een Fenicische begraafplaats bij Carthago. Het stelt een bebaard hoofd voor, met witte huid, blauwe haren, blauwe ogen, oranje lippen, en oranje oorsieraden.
    • Hanger van glaspasta, in de vorm van een bebaarde man, France: Paris: Musée du Louvre, ao 3783 (Tunis 4e–3e eeuw vgt). Deze hanger lijkt op de hanger die in Carthago wordt bewaard, maar heeft minder sterke kleuren.
  • Pagina uit het Dodenboek van Hunefer, Great Britain: London: The British Museum, ea 9901/3 (Misr 1275 vgt).
  • Egyptische tegel met de voorstelling van een Assyrische gevangene, Misr: Al-Qahirah: Egyptian Museum, je 36457 D (Misr 1170 vgt). De tegel bestaat uit meerkleurig geglazuurd aardewerk. Het is opgegraven uit het paleis van Ramses III te Thebe.

Alternatieven voor ‘Hannibal’: Hani Ba'al / Aníbal / Aníbal / AnnibaleBarqa / Barca / Barka / Barkas.

Actieve bestanddelen: xhtml, css, kiss, metadata, ©